Tien vragen over uw zonnepanelen beantwoord
Vlamingen met zonnepanelen dreigen met die investering minder rendement te halen dan verhoopt. Het Grondwettelijk Hof maakte vorige week een kruis over de gunstregeling waarbij zonnepaneeleigenaars met een digitale meter nog 15 jaar konden genieten van de terugdraaiende teller. Die laat toe overdag zonnestroom op het net te zetten en ’s avonds kosteloos eenzelfde hoeveelheid elektriciteit weer van het net te halen. Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) stelde de gedupeerden meteen een compensatie in het vooruitzicht. Maar maakt die premie het verschil of scheuren mensen met zonnepanelen alsnog hun broek?
1. Hoe nadelig is het verdwijnen van de terugdraaiende teller?
Over het algemeen leidt het verdwijnen van de terugdraaiende teller ertoe dat het langer zal duren voor mensen hun investering in zonnepanelen terugverdienen. Terwijl de investering vroeger na pakweg zeven jaar winst opleverde, zal dat voor een gemiddelde installatie nu eerder tien jaar duren. Wie vroeger overdag zijn geproduceerde zonne-energie op het net zette om ’s avonds diezelfde hoeveelheid stroom er weer af te halen, kon dankzij de terugdraaiende teller aan het einde van de dag op nul uitkomen, en moest niets betalen. Door het wegvallen van de terugdraaiende teller is het niet meer aantrekkelijk om het net als een soort virtuele batterij te gebruiken.
Hoewel de indruk bestaat dat de bijna 570.000 Vlamingen met zonnepanelen allemaal slechter af zijn, is dat lang niet voor iedereen het geval. Als de terugdraaiende teller wegvalt, vervalt ook het prosumententarief, een forfaitair bedrag dat zonnepaneeleigenaars betalen voor hun gebruik van het net. Dat bedrag wordt bepaald door het vermogen van de omvormer en bedraagt gemiddeld 383 euro per jaar.
Voor gezinnen die een flink deel van hun opgewekte stroom meteen zelf verbruiken, is het nieuwe systeem zonder prosumententarief goedkoper. Bovendien maken zij eveneens aanspraak op de compensatiepremie van de Vlaamse overheid, waardoor hun rendement stijgt.
De ruwe schatting is dat ongeveer de helft van de zonnepaneeleigenaars goedkoper af is in het nieuwe regime waarin ze een bijdrage betalen op basis van hun reële gebruik van het net. Het directe gebruik van de eigen zonnestroom geeft daarbij de doorslag. Zodra een gezin een directe eigen consumptie van 35 procent of meer haalt, wordt het nieuwe systeem voordeliger.
Het helpt daarbij om toestellen zoals uw was- en afwasmachine op de middag te laten draaien als de zon schijnt. Voor mensen die er niet in slagen hun verbruik af te stemmen op hun zonneproductie, bedraagt de extra factuur per jaar al gauw enkele honderden euro’s.
2. Hoe bereken ik de impact voor mijn zonnepanelen?
Op dit moment is het nagenoeg onmogelijk om de precieze gevolgen voor een individueel gezin in te schatten. De Vlaamse regulator VREG had wel een onlinesimulator uitgewerkt, maar haalde die weer offline omdat er te veel onzekerheid heerst. Door het arrest van het Grondwettelijk Hof moet de VREG de berekeningswijze voor de tarieven bijsturen.
Het wordt extra moeilijk omdat er ook rekening mee moet worden gehouden dat vanaf volgend jaar niet langer het verbruiksvolume maar het piekverbruik de basis vormt voor de berekening van de tarieven. Ook het percentage zelfverbruik van de opgewekte stroom is een parameter. Pas als alle parameters in rekening kunnen worden gebracht, kan de impact voor elk individueel gezin duidelijk worden.
3. Vanaf wanneer verdwijnt mijn terugdraaiende teller?
De ruim 100.000 eigenaars van zonnepanelen die al een digitale meter hebben, kunnen nog maar enkele dagen gebruikmaken van de terugdraaiende teller. Zodra het arrest van het Grondwettelijk Hof in het Staatsblad verschijnt, vervalt de regeling. Vanaf die dag zullen injectie en afname van het net afzonderlijk vermeld worden op de factuur en niet meer verrekend worden alsof de injectie van zonnestroom de teller virtueel doet teruglopen.
De leveranciers en de netbeheerder Fluvius zijn volop bezig om de aangepaste facturering voor te bereiden. Mogelijk duurt het even en komt er pas achteraf een eindafrekening.
Voor wie nog een analoge elektriciteitsmeter heeft, verandert er voorlopig niets. Omdat er voor hen geen andere mogelijkheid is, kunnen zij de terugdraaiende teller blijven gebruiken, tot de dag dat de digitale meter geïnstalleerd wordt.
4. Krijg ik nog geld voor de stroom die ik op het net zet?
Met het systeem van de terugdraaiende teller zet u tegen dezelfde prijs elektriciteit op het net als de prijs die u betaalt om de elektriciteit eraf te halen. De digitale meter registreert beide stroombewegingen apart. Ze kunnen dus apart worden verrekend.
Om stroom te kunnen leveren, zult u een terugleveringscontract met uw energieleverancier moeten sluiten. De stroom die u levert, zal worden vergoed, maar tegen een veel lager tarief dan voor de elektriciteit die u afneemt.
Voor de verkoop krijgt u momenteel 2 tot 5 cent per kilowattuur. De afname wordt aangerekend tegen gemiddeld 25 cent per kilowattuur, ook omdat daar allerhande taksen op worden geheven. Sluit u geen leveringscontract af, dan gaat uw overtollige elektriciteit gewoon verloren en krijgt u niets. Het is dus zinvol contact op te nemen met uw leverancier.
Nog niet alle leveranciers bieden contracten aan waarin u een vergoeding krijgt voor de stroom die u op het net zet, maar de verwachting is dat de leveranciers snel met formules gaan komen.
5. Hoeveel bedraagt mijn compensatiepremie?
De Vlaamse regering kondigde vrijdag aan dat er een compensatie komt voor wie de terugdraaiende teller verliest. De details daarvan worden nog uitgewerkt, maar het principe is duidelijk. Iemand met een gemiddeld verbruik die vorig jaar zonnepanelen plaatste, zou aanspraak kunnen maken op een eenmalige premie van maximaal 1.200 euro. Voor iemand met een grote zonne-installatie kan dat bedrag oplopen tot 1.500 euro.
De compensatie wordt zo in lijn gebracht met de nieuwe premie waar mensen sinds begin dit jaar recht op hebben als ze nieuwe zonnepanelen plaatsen. De Vlaamse regering wil zo garanderen dat zonnepanelen op een termijn van 15 jaar een rendement van zeker 5 procent opleveren.
Ook wie de voorgaande jaren zonnepanelen plaatste of nog een digitale meter moet krijgen, kan een compensatie krijgen. Het bedrag van de premie neemt af naarmate de installatie ouder is en de eigenaar dus al verschillende jaren kon genieten van de terugdraaiende teller. Grosso modo komen alleen de mensen in aanmerking die tussen 2015 en 2020 hun panelen plaatsten. Wie al groenestroomcertificaten ontving, zal waarschijnlijk niets of bijna niets extra meer krijgen.
6. Wat moet ik doen met mijn warmtepomp?
Mensen die in het verleden een warmtepomp installeerden, zijn het zwaarst getroffen. Vaak legden zij extra zonnepanelen zodat ze in de zomer grote stroomoverschotten op het net konden zetten. De terugdraaiende teller liet toe om in de winter, wanneer er weinig zonne-energie is, eenzelfde hoeveelheid elektriciteit kosteloos weer van het net te halen voor hun verwarming.
Hoewel warmtepompen een goede zaak zijn voor het klimaat worden die mensen door het wegvallen van de terugdraaiende teller afgestraft. Naar schatting 7.000 gezinnen met een forse warmtepomp en een overcapaciteit aan zonnepanelen worden zwaar getroffen. Voor hen loopt de impact al snel op tot meer dan 1.000 euro extra per jaar op hun energiefactuur. De Vlaamse regering bekijkt de komende weken of er nog een compensatieregeling voor die gezinnen komt.
Ook wie extra zonnepanelen legde om ’s nachts zijn elektrische auto op te laden, doet een slechte zaak. Daar kan een extra investering in een thuisbatterij misschien een uitweg bieden om de overdag opgewekte zonnestroom ’s nachts weer vrij te geven.
7. Wanneer wordt mijn digitale meter geplaatst?
Oorspronkelijk zouden mensen met zonnepanelen ten laatste eind 2022 hun analoge meter moeten inruilen voor een digitaal exemplaar. Ze kregen daarmee prioriteit in de uitrol die tegen juli 2029 in heel Vlaanderen rond moet zijn. Maar Demir liet vorige week verstaan dat er nu toch ook voor eigenaars van zonnepanelen een ruimere spreiding in de tijd komt.
Het wordt dus een beetje een loterij. Bij sommige mensen komen de installateurs van Fluvius nog dit jaar langs, maar het kan ook nog tot begin 2029 duren. Wie eerder wil overstappen, kan zelf vragen dat Fluvius de digitale meter al komt installeren.
Intussen raakte bekend dat de Vlaamse regering wacht met de uitrol van de digitale meter bij zonnepaneeleigenaars zolang de compensatieregeling niet volledig is uitgewerkt.
8. Kan ik de digitale meter weigeren?
In theorie kunt u niet weigeren wanneer de installateur de digitale meter komt installeren. Maar in de praktijk houden sommige mensen hun deur dicht. CEO Frank Vanbrabant liet al verstaan dat Fluvius geen politie of deurwaarder zal inschakelen om toch gedwongen digitale meters bij mensen thuis te installeren.
Het weigeren van een digitale meter kan wel leiden tot een rechtszaak voor de vrederechter en in extremis kan uw elektriciteit afgesloten worden. Tot begin 2023 bestaat er wel een achterpoortje. Mensen kunnen claimen dat ze elektrosensitief zijn en dus geen draadloze meter willen. Ze blijven dan buiten schot tot de eerste bekabelde digitale meters in 2023 beschikbaar worden.
9. Is het interessant om nu nog in zonnepanelen te investeren?
Wie vandaag zonnepanelen plaatst, krijgt meteen ook een digitale meter. Toch is het ook vandaag nog een investering die zich laat terugverdienen. De Vlaamse overheid biedt ondersteuning met een premie voor wie vanaf dit jaar in zonnepanelen investeert. Afhankelijk van de omvang van de installatie kan die steun oplopen tot 1.500 euro. Omdat een doorsnee-installatie 5.000 tot 5.500 euro kost, kan die premie een stevig verschil maken en de terugverdientijd reduceren tot minder dan tien jaar.
10. Is dit het moment om een batterij te plaatsen?
Een thuisbatterij installeren om overtollige stroom op te slaan voor later gebruik is lang onrendabel geweest. De Vlaamse overheid wil thuisbatterijen stimuleren. Tot eind 2021 betaalt de Vlaamse overheid een premie van 250 euro per kilowattuur opslagcapaciteit, met een maximum van 3.200 euro of 35 procent van de investeringskosten. Samen met de besparing op de energiefactuur halen consumenten daarmee een terugverdientijd van minder dan tien jaar, terwijl een batterij een levensduur van zo’n 15 jaar heeft.
Als onderdeel van de compensatie voor het wegvallen van de terugdraaiende teller kondigde Demir vorige week aan dat de compensatiepremie voor de zonnepanelen met 30 procent wordt opgetrokken voor wie investeert in een thuisbatterij (tot maximaal 1.950 euro).
Bron: De Tijd