Hoe wordt de onroerende voorheffing verrekend wanneer je je eigendom verkoopt?

Stel je voor dat je een huis bezit. Op 1 januari van elk jaar moet je een belasting betalen, die in de volksmond ook wel 'de grondlasten' worden genoemd. Dit is een belasting voor het bezitten van een huis of een stuk grond. Belangrijk om te weten is dat deze belasting geldt voor het lopende jaar, niet voor het jaar daarvoor zoals bij de inkomstenbelasting.

Nu, als je op 1 januari nog steeds de eigenaar van dat huis bent, ben jij degene die deze onroerende voorheffing moet betalen, zelfs als je besluit om je huis later in dat jaar te verkopen. Maar hoe regel je dat dan bij de verkoop van het huis of stuk grond? Dat is iets waarover de verkoper en de koper afspraken moeten maken.

De verkoper en de koper kunnen onderling beslissen wie de onroerende voorheffing voor dat jaar zal betalen. Het kan zijn dat de verkoper dit volledig op zich neemt, of de koper, of dat ze allebei een deel ervan betalen. Dit wordt dan vastgelegd.

Maar stel je voor dat ze hierover geen afspraken hebben gemaakt bij het sluiten van de overeenkomst. In dat geval gelden de standaardregels. Zodra de koper het huis officieel bezit, op het moment van het tekenen van de notariële akte, moet hij een deel van de onroerende voorheffing betalen. Bijvoorbeeld, als de akte op 1 augustus wordt getekend, draagt de koper 5/12de van de onroerende voorheffing, en de verkoper draagt de resterende 7/12de. De koper betaalt dan bij de akte aan de verkoper deze 5/12de, de verkoper betaalt aan de overheid de volledige onroerende voorheffing.

De conclusie? Bij de verkoop van een huis bepalen de verkoper en de koper wie de onroerende voorheffing voor dat jaar betaalt. Als ze hier geen afspraken over hebben gemaakt, geldt het gewone recht en betaalt de koper een deel ervan, gerekend vanaf het moment dat hij eigenaar wordt.